|
|
|
Raimund Hoghe
©Rosa Frank |
|
Raimund Hoghe werd geboren in Wuppertal. Aanvankelijk schreef hij
voor 'Die Zeit' portretten van outsiders en vooraanstaande figuren. Van 1980 tot 1990 werkte hij als dramaturg voor het
Tanztheater Wuppertal van Pina Bausch, waarover hij ook twee boeken
schreef.
Later werden die in enkele boeken samengebundeld. Sinds 1989 creëerde hij
producties voor diverse dansers en acteurs. In 1992 begon zijn samenwerking met Luca Giacomo Schulte die tot op heden
zijn artistieke partner is. In 1994 realiseerde hij voor zichzelf zijn eerste solo: 'Meinwärts', dat samen met 'Chambre séparée'
(1997) en 'Another Dream' (2000) een trilogie over de twintigste eeuw
vormt. Behalve voor het theater werkte Hoghe ook vaak voor de televisie. Zo maakte hij in 1997 in opdracht van de WDR een zelfportret dat één uur duurde: 'Der Buckel'. Zijn boeken werden in diverse talen vertaald en hij speelde zijn voorstellingen over heel Europa zowel als in Japan en Australië. Hij woont in Düsseldorf en kreeg in 2001 de "Deutscher Produzentenpreis für Choreografie".
|
"Het lichaam in de strijd werpen", schreef Pier Paolo Pasolini. Deze
zin was voor mij een impuls om op de planken te gaan staan. Andere
impulsen: de werkelijkheid rondom mij, de tijd waarin ik leef, mijn
herinneringen aan verhalen, mensen, beelden, gevoelens en de kracht
en de schoonheid van muziek, de confrontatie met een lichaam dat, in
mijn geval, niet overeenstemt met de gangbare schoonheidsnormen. Het
is belangrijk om op het podium ook lichamen te zien die niet aan de
normen voldoen - niet alleen
met het oog op de geschiedenis, maar ook met het oog op hedendaagse
ontwikkelingen die uiteindelijk leiden tot de mens als designobject. Is
het
belangrijk succes te hebben? Belangrijk is te kunnen werken, je eigen
weg te volgen - met of zonder succes. Ik doe gewoon wat ik moet doen.
De eerste solo van Raimund Hoghe, "Meinwärts" (1994), is geïnspireerd
op het leven van de joodse tenor Joseph Schmidt in de jaren veertig.
"Chambre séparée" handelde over zijn jeugd in het Duitsland van het
wirtschaftswunder,
toen men nog lang niet had afgerekend met het nazi-verleden. In "Another
Dream"
ten slotte draait alles om het ontwaken van de jaren zestig. Het
danstheater van
Raimund Hoghe is expliciet politiek, zonder evenwel de vorm te
verwaarlozen.
In zijn minimalistische stukken ontmoet de rituele strengheid van het
Japanse theater
de Amerikaanse performance art, het Duitse expressionisme en zijn eigen
interesse
voor menselijke gevoelens en maatschappelijke verhoudingen. Korte
anekdotische
teksten belichten de tegenstrijdigheden van de tijd, en ook de kleine
grote
hunkeringen die mensen hoop geven. De actie op het podium blijft
altijd abstract, terwijl de emotie enkel aanwezig is in de oude
liedjes die
Hoghe
zorgvuldig uitkiest afhankelijk van onderwerp en periode. Hij
formuleert zijn herinneringen zo dat historische gebeurtenissen
worden opgeroepen
door
louter subjectieve en private momenten. Maar zijn lichaam, dat door
zijn bochel niet voldoet aan de maatschappelijke norm, verwijst ook
altijd
naar
ons allen en naar onze persoonlijke herinneringen. Tussen voorwerpen,
woorden en liederen komt ruimte vrij voor eigen herinneringen en
affectieve
momenten. Het zijn in ieder geval ook zowel grappige als
bespiegelende momenten.
Gerald Siegmund
"Hallucinerende lichamen"
Jeroen Peeters
De Morgen, 2004
"Focus Raimund Hoghe"
Marianne Van Kerkhoven
Kaaitheater, September/October 2002
"De afwezigheid en de droom"
Raimund Hoghe maakte met Sarah Chase en Vincent Dunoyer een dansvoorstelling vol muziek
Pieter T'Jonck
Financieel-Economische Tijd, 2002
"Hoghes gebedssnoer"
Pieter T'Jonck
De Standaard, 2000
"Tijd voor herinneringen"
Jeroen Peeters
Tijd Cultuur, 06.12.2000
"Lichamen in de strijd"
Jeroen Peeters
Tijd Cultuur, 06.12.2000
"Aangeraakt"
Johan Reyniers
Yang, 1998
|
|